Augsburg
De vrije rijksstad Augsburg heeft oude papieren: ze is gesticht door de Romeinen ten tijde van keizer Augustus (15 v.Chr.) en heet dan Augusta Vindelicorum. Al in de vierde eeuw is de stad een bisschopszetel: de kathedraal (Dom unserer lieben Frau) heeft resten uit die tijd in de fundamenten. De oudste fundamenten van de basiliek St. Ulrich und Afra stammen uit de achtste eeuw: de heilige Afra sterft in 304 na Christus en bisschop Ulrich wordt in 973 in haar nabijheid begraven. In 1156 verleent keizer Frederik I Barbarossa aan Augsburg stadsrechten.
Na een opstand tegen de bisschop (1250) krijgt de stad zelf de zeggenschap over de plaats en de inwoners: sinds 1276 is het een onafhankelijke rijksstad.
De strategische ligging aan handelsroutes (bij voorbeeld die van Venetië naar het noorden) maakt Augsburg welvarend. Het bankiersgeslacht Fugger bouwt er zijn imperium op en Jakob Fugger de Rijke sticht er in 1516 de Fuggerei, het oudste sociale woningbouwproject ter wereld, dat nog steeds in functie is.
Ten tijde van de regering van keizer Karel V verblijft Maarten Luther enige tijd in Augsburg op terugreis uit Rome (1511). In 1518 wordt hij in Augsburg verhoord over zijn opvattingen door kardinaal Thomas Cajetanus. Dat gebeurt tijdens het bekende godsdienstgesprek van 12 tot 15 oktober in het paleis van de familie Fugger, in het kader van de Rijksdag van Augsburg. Al snel na dit gesprek komt in Augsburg een reformatiebeweging op gang. De reformator Melanchthon schrijft in 1530 de Augsburgse confessie, nu nog de geloofsbelijdenis van de lutheranen in Duitsland. Oorspronkelijk is dit een document ter voorbereiding op de confrontatie met keizer Karel V op de rijksdag.
Melanchthon is gericht op bemiddeling, en hij legt hier in 28 artikelen de principes van de Reformatie uit, onderbouwd met verwijzingen naar bijbelteksten.(Bij de totstandkoming van de Nederlandse PKN (Protestantse kerk in Nederland) bleek de ruimte die deze geloofsbelijdenis biedt toch problematisch voor een aantal orthodoxe gelovigen.) In Augsburg wordt deze belijdenis vanaf 1530 de basis voor de protestantse meerderheid van de bevolking. In de voortdurende strijd om het ware geloof bepaalt de Vrede van Augsburg in 1555 dat elke vorst mag bepalen welke religie door zijn onderdanen mag worden aangehangen, volgens het principe cuius regio, eius religio (wiens rijk, diens godsdienst). Daarmee krijgt de reformatie in Duitsland een wettelijke basis.
De Dertigjarige oorlog (1618-1648) en de daarmee verbonden economische achteruitgang maken een einde aan de bloei van de stad. Tijdens die oorlog worden vanaf 8 augustus 1629 de protestanten in Augsburg onderdrukt op basis van een besluit van de roomse keizer Ferdinand II. Hun wordt verboden hun geloof te belijden en te praktiseren. Met de Vrede van Westfalen (Műnster) eindigt de Dertigjarige oorlog en worden de Augsburgse kerken verdeeld tussen katholieken en protestanten. Sinds 1650 wordt op 8 augustus elk jaar het Hohes Friedensfest gevierd, waarbij de geloofsvervolging wordt herdacht en de geloofsvrijheid wordt gevierd. Sinds 1984 viert ook de katholieke kerk het Friedensfest mee. Om de drie jaar wordt door de gemeente Augsburg de Augsburgse Vredesprijs uitgereikt.
Tegenwoordig is Augsburg de op twee na grootste stad van Beieren.